Het aantal gevallen van mensenhandel zou, als we de Nationaal rapporteur moeten geloven, consequent toenemen. Het aantal veroordeelde verdachten neemt echter juist af. De rapporteur maakt zich over die ontwikkeling ernstige zorgen, maar zijn die zorgen ook terecht?
Er is weinig zo ongrijpbaar als het begrip ‘mensenhandel’. Luuk Esser promoveerde in 2019 aan de universiteit Leiden zelfs op het ‘ontrafelen’ van de strafbaarstelling. Een van zijn conclusies is dat de huidige wettekst een compromis is tussen verschillende wensen en belangen. Gevolg is dat ze zo ruim is dat er van alles onder valt dat we misschien in het dagelijks leven helemaal niet als mensenhandel zouden kwalificeren. Toch tellen ook die gevallen mee in de ‘cijfers’.
Cijfers zijn in het geval van mensenhandel ook een relatief begrip. Want wat wéten we eigenlijk? De rapporteur gaat uit van de aangiftes en het daaruit geëxtrapoleerde ‘dark number’, de zaken waarvan we niet weten dat ze bestaan omdat er geen aangifte gedaan wordt, omdat ze onzichtbaar blijven. Er zou sprake zijn van een ‘enorme’ toename van het aantal slachtoffers. Zou, want we kunnen er cijfermatig eigenlijk niets over zeggen. Wellicht wordt, met alle aandacht die er voor het probleem is, juist wel vrijwel ieder geval van mensenhandel opgespoord en iedere verdachte die zich er echt schuldig aan maakt veroordeeld. Wie zal het zeggen?
In het feit dat de politie het streefcijfer voor het aanmelden van mensenhandelzaken niet haalt wordt de conclusie getrokken dat er te weinig opgespoord wordt. En nog erger, niet alleen is het aantal verdachten flink gedaald, van die zaken wordt ook nog eens een groter percentage niet vervolgd. Slechts 60 procent van de verdachten komt voor de rechter Een vermindering van 15 procent ten opzichte van 2016. Maar is de oorzaak daarvan nu werkelijk dat er bezuinigd is op de politie? Is het niet even plausibel dat mensenhandel een minder groot probleem is dan wordt gedacht? Het enkele feit dat aangiftes toenemen kan immers veel oorzaken hebben, waaronder juist de grote aandacht voor mensenhandel. Als advocaat sta ik regelmatig verdachten van mensenhandel bij en zelden zijn zulke zaken simpel. Met regelmaat volgen vrijspraken omdat van mensenhandel bij nader inzien toch geen sprake blijkt te zijn. Het risico van de denkwijze van de Nationaal rapporteur is dat de overtuiging dat de verdachte schuldig is voor het bewijs uitgaat. Maar ook voor deze verdachten hoort de onschuldpresumptie voorop te staan. Daarom is een stevige verdediging van levensbelang.