In 2021 sloten D66, CDA en VVD samen met andere partijen het regenboog stembusakkoord. Daarin spraken ze af dat de rechtspositie en veiligheid van LHBTI’ers zou worden verbeterd. Geen van de regeringspartijen is ook maar één van de toezeggingen of beloftes uit 2021 nagekomen. Tijdens de Canal Parade van de Amsterdamse Pride vaart een politieke boot mee, waarop deze partijen vertegenwoordigd zijn, maar er valt helaas niets te vieren.
Ieder jaar publiceert de Europese LHBTI-organisatie ILGA de zogenoemde Rainbow Index. Die laat zien hoe het is gesteld met LHBTI-rechten gesteld is in Europese landen. Sinds 2018 valt Nederland buiten de top 10 en ieder zakt ons land verder weg. Die achteruitgang valt niet toevallig samen met het aantreden van Rutte III (D66, CDA, VVD en CU). Onder Rutte IV staan we inmiddels op plek 14. Gemaakte beloftes blijken niets waard.
Dát het met LHBTI-rechten niet goed gaat in Nederland zal weinigen ontgaan zijn. Een kinderboekenschrijver moest onderduiken, regenboogvlaggen, -zebrapaden en -bankjes werden vernield, het geweld tegen LHBTI’ers neemt toe en extremistische politieke jongerenorganisaties demonstreerden openlijk met homofobe leuzen tegen een voorleesmiddag in Rotterdam waarbij ook letterlijke neonazi’s hun gezicht lieten zien. Homo- en transhaat zijn onder het toeziend oog van D66, VVD, CDA en CU genormaliseerd tot ‘een mening’ die vrijelijk verkondigd wordt op de opiniepagina’s van kranten, aan de talkshowtafels en zélfs in het parlement. Terwijl in het buitenland LHBTI-rechten bedreigd worden, zoals recent door het schrappen van lesbische ouders uit het Italiaanse geboorteregister, blijft het vanuit de regering angstvallig stil.
Bij vrijwel al deze ‘incidenten’ zijn D66, CDA, VVD en CU volledig onzichtbaar. Deze vier partijen hebben het vanaf het moment dat ILGA achteruitgang constateert, voor het zeggen, maar aan concreet beleid om de veiligheid van de LHBTI-gemeenschap te garanderen, laat staan te verbeteren, ontbreekt het. De beoogd lijsttrekker vaan de VVD is als minister van Justitie verantwoordelijk voor de veiligheid van LHBTI’ers, maar in plaats daarvan fulmineerde ze tijdens de HJ Schoo-lezing juist over het ‘gevaar van woke’.
Maar het gaat nog verder: zelfs keiharde afspraken worden niet nagekomen. Dezelfde partijen die zich op de Pride onder het motto ‘Unity for the community’ zogenaamd op een boot inzetten voor de LHBTI-gemeenschap, tekenden in maart 2021 het ‘regenboog stembusakkoord’. Daarin werden beloftes gedaan over onder andere het verbeteren van de situatie van meeroudergezinnen en intersekse, non-binaire en transgender personen, het verbeteren van de veiligheid in het onderwijs en het strafbaar stellen van conversietherapie. Slechts één van de beloftes is nagekomen, maar dat is uitsluitend omdat de symbolische wijziging van artikel 1 van de Grondwet al ruim voor de verkiezingen was beklonken. Daarmee zijn de gemaakte beloftes voor D66, CDA en VVD evenveel waard als het papier waarop hun handtekeningen werden gezet. Weinig LHBTI’ers hadden van CDA en VVD anders verwacht. Het CDA heeft al jaren een ambigue houding ten opzichte van LHBTI-rechten en voor de VVD blijken die rechten steeds weer wisselgeld als er coalitieafspraken gemaakt moeten worden. Maar van D66, dat zich steeds opwerpt als hoeder van LHBTI-rechten, was meer verwacht. Toch weigerde de partij de beloftes van het regenboogakkoord tijdens de vorming van het nieuwe kabinet tot een breekpunt te maken.
Van LHBTI-emancipatiebeleid is de afgelopen jaren daarom geen sprake meer en het resultaat is treurig. Meeroudergezinnen staan, ondanks de bewezen noodzaak van goede wetgeving die het voor kinderen mogelijk maakt meer dan twee juridische ouders te hebben, nog steeds in de kou. De simpele, administratieve, wijziging van de transgenderwet die voor betrokkenen veel betekent en verder nauwelijks gevolgen heeft, is door CDA en VVD met het gebruik van onjuiste frames en irrationele angsten voor onbepaalde tijd vertraagd. Minister Kuijpers weigert de beschikbaarheid van de bewezen effectieve hiv-preventiepil PrEP te verruimen. En ondanks een kant en klaar voorstel en een aangenomen motie is de strafbaarstelling van conversietherapie nog steeds niet in zicht. Hoe hard kun je als kabinet falen?
Er is maar één conclusie mogelijk: wanneer er roze stemmen gewonnen kunnen worden met een stembusakkoord of via een boot in de Amsterdamse grachten zijn LHBTI’ers even héél belangrijk, maar als het er écht op aankomt en er keuzes gemaakt moeten worden doen we er niet toe. Hopelijk is de politieke boot er dus vooral een van schaamte voor de gebroken beloftes er vallen immers geen successen te vieren.